“Het klinkt misschien gek, maar ik ben gelukkig hier”

bewoner mevrouw Gravesteijn

Mevrouw Gravesteijn woont alweer een tijdje bij Rietvelden in Wormerveer. Vanwege haar dementie kon ze niet meer thuis wonen. Vanuit de fauteuil vlak bij het raam van haar kamer vertelt ze graag hoe het haar bevalt op de woongroep voor kleinschalig wonen. “Het klinkt misschien gek, maar ik ben gelukkig hier.”

Ze is erg enthousiast over haar eigen plekje op de woongroep: “Ik heb een knusse en gezellige kamer. En ik kon zelfs wat van mijn eigen meubels meenemen.” Het uitzicht heeft haar volle aandacht: “Ik kijk uit op het kruispunt verderop, dus er is altijd reuring. In de verte zie ik de vliegtuigen langsgaan. Het geluid hoor je hier niet.”

Dag vliegt voorbij
De dag vliegt voor haar voorbij: “’s Ochtends na het ontbijt lees ik graag de krant op mijn eigen kamer. Ook puzzel ik graag.” Daarnaast brengt mevrouw Gravesteijn de nodige tijd door in de gemeenschappelijke leefruimte. “We drinken samen koffie, doen regelmatig een spelletje en zitten bij mooi weer graag op het dakterras.”

De bewoners eten gezamenlijk met elkaar: “Sommige bewoners helpen graag met koken. Zelf help ik liever met tafel dekken.” De maaltijden smaken haar goed: “Ik heb hier nog nooit iets laten staan, haha.”

Aandacht van medewerkers en familie
De zorgmedewerkers van Rietvelden zijn lief voor haar: “Ze helpen me ’s ochtends met aankleden. Ik heb dan veel lol met ze. Ze houden ervan om me een beetje te plagen.” Ook de vrijwilligers zorgen voor plezier en vertier: “Ik ga graag naar het Praatcafé. Hier komen ook bewoners van andere woongroepen. Onder het genot van een hapje, een drankje en wat muziek babbelen we gezellig met elkaar. Je merkt dat je allemaal in hetzelfde schuitje zit.”

Naast de helpenden, verzorgenden, verpleegkundigen, zorgassistenten, medewerkers welzijn en vrijwilligers kan mevrouw Gravesteijn ook rekenen op de steun en aandacht van haar familie. “Het is altijd gezellig als ze koffie komen drinken. Soms halen ze me op om mee te gaan naar hun huis. Ik vind het niet erg om na afloop weer naar de woongroep te gaan, want ik heb het hier erg naar mijn zin.”